Opinie: De nieuwe space race

Al sinds midden vorige eeuw lijkt de internationale politieke wedloop zich steeds vaker boven ons af te spelen. Vandaag heeft de ruimtevaart – ondanks even out of the picture te zijn geweest – weer zijn plaats ingenomen als hot topic, nu ook in ondernemerskringen. De nieuwe wedloop om de ruimte is begonnen. Deze keer niet onder leiding van politieke grootmachten, maar van kleinere, soms zelfstandige spelers, die niet terugdeinzen om met grote innovaties op de proppen te komen.  

Dat we met de Belgische regering niet snel de ruimte in zullen trekken, staat buiten kijf, maar dat betekent niet dat onze ondernemers geen impact kunnen hebben op deze wedloop. Net als in de voedingsindustrie heeft België een rol te spelen, en is het aan ons om op een duurzame – en ethische – manier een graantje mee te pikken van het steeds belangrijker wordende ruimteverhaal. 

Parallellen met het verleden 

Er zijn fundamentele verschillen tussen de Space Race en de historische periode van de ontdekkingsreizen, maar er kunnen ook parallellen getrokken worden. In beide gevallen waren het grote spelers – landen en regeringen – die het voortouw namen. Waar bij de ontdekkingsreizen voornamelijk West-Europese landen hun geluk gingen zoeken op andere kusten, werd de Space Race in de 20e eeuw gevoerd door twee globale grootmachten: de Verenigde Staten en de toenmalige Sovjet-Unie. 

Zulke controle blijft echter nooit bij één of enkele spelers liggen. In de 16e eeuw begonnen al snel rijke families te investeren in overzeese ontdekking en handel. Het duurde niet lang of de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) werd opgericht, de eerste multinational in onze geschiedenis. Ook in het huidige verhaal zien we hoe de klassieke machten geen monopolie meer hebben: alsmaar meer kleine landen en zelfstandigen (zogenaamde space billionaires) investeren grof geld in het ontwikkelen van ruimteprogramma’s.  

En dat heeft even geduurd. Na enkele succesvolle experimenten in de ruimte, sloeg onder andere de oliecrisis toe. Ruimtevaartprogramma’s werden afgeschaald – het blijft een extreem dure sector – en de innovatiekracht verdween. Het was de drive van de ondernemers die ervoor zorgde dat de discussie rond ruimtevaart weer volop werd aangezwengeld en er nu weer concrete, baanbrekende vooruitgangen worden geboekt. 

Amerikaanse kranten in de jaren ’60, toen de Westerse grootmacht als eerste hun vlag op de maan kon planten. Bron: Shutterstock

De macht van miljardairs 

Hoewel de ruimtewedloop alsmaar meer op de schouders van die space billionaires komt te staan, mogen de politieke spelers niet buiten beschouwing gelaten worden. Klassieke grootmachten als Rusland, China en de Verenigde Staten zijn al lang niet meer de enige landen die een impact kunnen hebben buiten onze atmosfeer. Ook de Franse, Indiase en Japanse ruimteprogramma’s hebben zogenaamde full launch capabilities, en talloze andere landen (onder andere Israël, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten) hebben de laatste decennia grote stappen gezet om niet te onderschatten spelers te worden in de race naar de ruimte.  

Landen die hier niet toe in staat zijn, vinden vaak toch nog een manier om een steentje bij te dragen, zij het in aanlevering van gespecialiseerde materialen, kennis of personeel. Zo heeft Luxemburg zich voorgenomen om de hoofdstad van de ruimtemijnbouw te worden. Door mee te liften op andermans raketten willen ze hun expertise gebruiken bij de uitbouw van een permanente maanbasis. 

Wat er op nationaal niveau gebeurt, kan echter niet tippen aan de controle die ultrarijke ondernemers uitvoeren op de ruimtesector. Elon Musk en SpaceX zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks nieuws, en ook giganten als Jeff Bezos (Blue Origin) en Richard Branson (Virgin Galactic) dingen mee voor een plekje aan de tafel. Waar grote overheidsorganisaties vaak traag werken en moeite hebben om financieel het hoofd boven water te houden, kunnen zij hun ontzagwekkende kapitaal – ze behoren tot de rijksteter wereld – gebruiken om snelle vooruitgang te forceren. En als je eenmaal hebt uitgedokterd hoe je raketten kunt hergebruiken, is een zwevend ruimtehotel binnen het decennium ook niet meer helemáál ondenkbaar.

Een van de stokpaardjes van SpaceX, de Falcon 9 raket, maakte in 2010 zijn introductievlucht. Het bedrijf is erin geslaagd om de raket te kunnen laten landen voor hergebruik, wat de kosten van een ruimtereis enorm drukt. Bron: Pexels 

 

Dat ondernemers, en ook meer landen, hun rol beginnen opnemen in het ruimteverhaal, is goed. Er is een sterke evolutie merkbaar, en het is een logische volgende stap in de ontwikkeling van de mensheid. Wat niet betekent dat we niet moeten oppassen. Toen het ontdekkingsverhaal enkele eeuwen geleden over werd genomen door op winst beluste ondernemers, werd hun egoïsme al snel belangrijker dan nationaal prestige of ontdekkingsdrang. Zeker de ruimte – die nog steeds relatief onbereikbaar is – mag niet in foute handen vallen 

Maar wie gaat het hen afnemen? Er is voorlopig nog geen regelgevend kader, en het is van het uiterste belang dat we dit niet uit het oog verliezen. Zo een regelgevend kader zal altijd de ondernemers achternalopen, die naar gaten zoeken in het systeem en zo innovatie teweegbrengen, maar daarom mogen we het niet uit het oog verliezen. Hetzelfde probleem opperde zich al bij de grijze zone van Uber en Deliveroo. En ook Airbnb riep in het begin vragen op: het zelf kunnen verhuren van leegstaande ruimtes is in se een goede evolutie, maar als dit tot afzetterij of gevaarlijke situaties kan leiden waar andere bedrijven niet mee te maken krijgen (omdat ze wél een regelgevend kader hebben om zich aan vast te houden), krijg je een ongelijke situatie. 

Belgische bedrijven als innovators 

Deze ethische kwestie zal belangrijk zijn, maar het is niet het enige domein waar we over moeten gaan nadenken. Als we – zoals Elon Musk het in de mission statement van SpaceX verwoordt – een ruimtevarendemultiplanetaire beschaving willen worden, moeten we niet enkel in de ruimte geraken, maar er ook zien te overleven. We moeten leren omgaan met nieuwe omstandigheden: de zwaartekracht zal anders zijn, maar ook onze voeding zal op een andere manier gekweekt moeten worden. En hoe gaan we met die ruimtestraling omgaan? Er zijn talloze aspecten waar innovatie noodzakelijk is, en talloze ‘dagdagelijkse’ uitdagingen die België mee kan aanpakken. 

Het grootste aspect van deze space race is voorlopig natuurlijk nog het technologische. Elk klein schroefje en metalen plaatje moet ergens geproduceerd worden, en Belgische bedrijven lijken zich hier niet afzijdig te houden: alsmaar meer Belgische knowhow, technologie en innovatie wordt gebruikt in de ruimtevaartprogramma’s. Zo werkt Space Solutions Belgium samen met het Europese ruimtevaartagentschap ESA om start-ups te begeleiden in hun doorgroei als aanbieders van technologie voor de ruimtevaart.  

Maar ook oudere bedrijven dragen hun steentje bij. Space Applications Services heeft decennia ervaring in robotica, en gebruikt die kennis nu in de commercialisatie van het ruimteverhaal. De lijst van Belgische bedrijven is ellenlang: Asco Industries, SabcaSafran Aero Boosters, Verhaert, de Leuvense Septentrio, IMEC en Comate bezitten allemaal expertise in de ruimtevaartsector, en dan hebben we het nog niet over de Waalse bedrijven gehad. Feit is dat Belgische bedrijven meer dan in staat zijn om ingrijpende innovatie in de sector teweeg te brengen. 

Of het nu over software of hardware gaat, Belgische bedrijven hebben een technologisch aandeel in een groot deel van de satellieten in onze atmosfeer en daarbuiten. Bron: Pexels

Naast de techn(olog)ische en de ethische kwestie, zal ook de biologische kwestie een rol spelen. Onze voedingsproductie zal geoptimaliseerd moeten worden om ook in de ruimte – zij het op een ruimteschip of op een maan-, mars- of asteroïdebasis – op volle toeren te draaien. Ook daar zijn al bedrijven mee bezig, zoals de Belgische bakkersreus Puratos, die samen met Urban Crop Solutions een manier ontwikkelt om brood te maken op Mars. Ruimtewetenschapster Angelique Van Ombergen wil dan weer het psychologische aspect in kaart brengen. Binnen de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA onderzoekt ze de impact van ruimtereizen op het lichaam en de psyche 

Een heleboel uitdagingen dus, en talloze vraagstukken om bij stil te staan. Laat ons vooral grondig nadenken over hoé we deze evolutie willen doorstaan. Doorheen de geschiedenis hebben we zulke dingen al vaker in de handen van de meest vermogenden gelaten, om daarna politieke crisissen op te moeten lossen met allerhande verdragen. Sommige problemen die we bij de ontdekkingsreizen en daaropvolgende kolonisatie tegenkwamen, zullen ook hier naar boven komen. Er moet gesproken worden over verdeling van grondstoffen, toe-eigening van gebieden en afvalverwerking. Want voor je het weet sturen we weer duizenden tonnen afval de ruimte in, om later met de kop tegen de lamp te lopen.  

Niemand weet wat we allemaal gaan tegenkomen in onze reis door de ruimte, maar van één ding ben ik overtuigd: dit is het moment waarop we verantwoordelijkheid moeten opnemen en moeten stilstaan bij hoe we het de komende decennia gaan aanpakken. Het universum mag dan wel oneindig zijn, onze lokale impact hebben we al vaak genoeg onderschat