Ondernemerschap is de hoeksteen van onze maatschappij en is cruciaal om vooruitgang, welzijn en welvaart te verwezenlijken. Onderwijs kan hier een belangrijke rol bij spelen: een goede aanpak stimuleert de ondernemende kracht die bij veel mensen van nature aanwezig is. We hebben het dan in de eerste plaats over ondernemerschap in de brede zin van het woord – initiatief nemen, actie ondernemen, oplossingen zoeken – maar ook zeker over ondernemerschap in de enge zin van het woord: het starten van een eigen onderneming. Om dit aan te moedigen, zijn er talloze initiatieven in het onderwijs, maar deze missen vaak nog draagkracht.
Elke student die in het middelbaar onderwijs in de richting economie zat of later verder studeerde in een businessrichting werd er wel mee geconfronteerd: mini-ondernemingen, ondernemers voor de klas, talloze groepswerken en uit te werken cases om te bewijzen dat je klaar bent om na je studies de ondernemershandschoen op te nemen. In zulke opdrachten worden prachtige concepten en plannen uitgeschreven, waar achteraf zelden iets mee wordt gedaan. Er wordt gefocust op theoretische modellen en beschouwingen, maar te weinig aandacht besteed aan de financiële kant van het verhaal. En wanneer er wel cijfers worden bijgehaald, is er te weinig inzicht in hoe business echt werkt om met realistische cijfers op de proppen te komen.
Breng onderwijs en ondernemerschap dichter bij elkaar
Een van de oorzaken van deze foute focus bevindt zich in het feit dat er een nog te grote kloof is tussen onderwijzers en ondernemers. Langs de ene kant moet er meer betrokkenheid zijn van ondernemers bij het onderwijs, om specifieke modules, vakken en extracurriculaire activiteiten te begeleiden met real life cases en inzichten uit het bedrijfsleven. Anderzijds moet er dan weer meer aandacht voor ondernemerschap komen vanuit het onderwijs zelf. Denk dan aan stages voor leerkrachten in bedrijven of opleidingen waarmee ze niet alleen het lesmateriaal leren, maar ook zien wat er effectief noodzakelijk is om een business goed te doen runnen.
Er is gewoonweg te weinig enthousiasme aanwezig bij de scholen om zulke initiatieven op gang te trekken. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar in veel gevallen is een initiatief als een mini-onderneming gewoon iets dat op het leerplan staat en best zo snel mogelijk afgevinkt wordt. Zo is er ook geen goede voedingsbodem voor ondernemerschap bij die jongeren. Veel leerlingen zien een keuzevak als business modeling als een snelle manier om studiepunten te verzamelen, of omdat het goed staat op hun cv. Leerkrachten die dingen zeggen als “van die groepjes moeten we niet te veel verwachten, die komen uit het verzekeringswezen” creëren dan weer een selffulfilling prophecy. Die jongeren moet je juist aanmoedigen; zelfs in de verzekeringssector zijn er nieuwe trends en uitdagingen, ook daar kun je als ondernemer creatief uit de hoek komen.
Wees realistisch
Een van de klassieke insteken in het onderwijs is het uitnodigen van een ondernemer om voor de klas te komen spreken. Dat is dan vaak de ondernemer van het jaar, iemand van een hippe start-up die goed geboerd heeft of iemand die gespecialiseerd is in het verkopen van zijn verhaal maar daarom niet de juiste financiële onderbouwing kan meegeven. Het belangrijkste hierbij is dat jongeren een realistisch voorbeeld te zien krijgen. Een mooi verhaal ziet er leuk uit voor de klas, maar zegt weinig over wat ondernemerschap effectief inhoudt. Ondernemerschap is zwoegen en sukkelen en, laat ons er niet omheen dansen, soms gewoon geluk hebben. Opportuniteiten kun je creëren, dat klopt, maar als puntje bij paaltje komt, is ondernemen vaak een kwestie van een beetje geluk op het juiste moment. Sommige dingen kun je nu eenmaal niet controleren. Er is niets mis met toegeven dat je geluk hebt gehad; niet alles is berekend en niet alles loopt vanzelf goed.
In onderwijscontext wordt een ondernemer als Marc Coucke vaak als voorbeeld opgevoerd, terwijl veel studenten denken dat zijn succes een rechte lijn naar de top was. Hijzelf geeft schromeloos toe dat dat helemaal niet het geval is geweest. Ondernemerschap gaat gepaard met omwegen, bochten en valkuilen. Als leerlingen dat te horen krijgen, gaan ze misschien beseffen dat het niet voor hen weggelegd is. Dat is goed: confronteer leerlingen met de soms ruwe realiteit van het ondernemerschap en scheidt zo het kaf van het koren.
En wat met innovatie?
Wat nog niet bij veel studenten is doorgedrongen, is het feit dat innovatie niet steeds de beste richting is om uit te gaan bij het ontwikkelen van een product of idee. Het is belangrijk om te vertrekken van een concrete problematiek. Niet om te gaan kijken naar wat vernieuwend of cool is, maar om na te denken over waar mensen op zitten te wachten. De shoot for the stars-mentaliteit is niet altijd gezond; een goed idee moet niet flashy en zot en supertechnologisch zijn, wel doordacht en realistisch. En ook daar komt het realisme weer piepen: als je nieuwe ideeën probeert te bedenken, ga er dan niet van uit dat je de eerste bent die op het idee is gekomen. Als er geen concurrenten of alternatieven in de markt zijn, is er vaak ook geen concreet probleem.
Een ode aan de saaiheid
Zotte ideeën zijn er al genoeg en bieden niet de juiste kans voor studenten om uit bij te leren. In projecten aan de hogeschool zijn er meer dan genoeg studenten die op de duurzaamheidskar wilden springen en zaken als ecobekers en recycleerbare bordjes op festivals wilden introduceren, om uiteindelijk door de mand te vallen wanneer bleek dat hun idee financieel en logistiek allesbehalve haalbaar was.
De sterkste ideeën waren vaak de minst spannende. Innovatie en creativiteit zijn leuk, maar hiermee alleen win je geen prijzen. Een concept laten werken is de echte uitdaging. Laat onze jongeren maar eens uitdokteren hoe ze een goede oude snoepwinkel tot een booming business kunnen uitbouwen. Leer hun nadenken over de cijfers, de mensen, de machines,…en laat ze ervoor zorgen dat het kán werken.
Ondernemen is meer dan alleen een goed concept creëren. Ondernemerschap in het onderwijs moet niet alleen gaan over op creatieve manieren naar een probleem kijken en er oplossingen voor bedenken; studenten moet er ook voor kunnen zorgen dat die oplossing in een goed en profitable businessmodel uitgewerkt wordt. Wees realistisch – dan pas heb je een leerschool, en een eyeopener hoe ondernemerschap écht in zijn werk gaat.